-
1 ply
n. laag (van hout of dubbele stof)--------v. een bep. route regelmatig afleggen; regelmatig beoefenenply1[ plaj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: plies〉♦voorbeelden:2 what ply is this wool? • hoeveel draads wol is dit?————————ply2〈 plied〉1 〈+between〉 een bepaalde route regelmatig afleggen 〈 van bus, schip e.d.〉 ⇒ pendelen (tussen), geregeld heen en weer rijden/varen (tussen)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 formeel〉ijverig/regelmatig beoefenen ⇒ zich toeleggen op, (hard) werken aan♦voorbeelden:→ ply with ply with/ -
2 he has plied this trade for 20 years
English-Dutch dictionary > he has plied this trade for 20 years
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский